De Groene Gordel van De Panne_1 NL

Traduction en Français>>>

IMG_0986

Het valt op dat De Panne de enige van de 10 kustgemeenten is die volledig omringd is door natuurgebieden, een echte “De Groene Gordel”. Dit zeer goed te zien op statelietfoto’s zoals Google Earth. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan. Hoe dat gekomen is wordt uiteengezet in een reeks nummers waarvan hier  het eerste. 


Al deze natuurgebieden zijn op natuurgebied zeer waardevol en hebben derhalve de hoogste graad van bescherming. Na het “Ancien Régime” (dit is na de Franse invasie 1794-95) zijn deze terreinen in het bezit gekomen van private eigenaars. Maar omwille van hun unieke waarde werden ze in de tweede helft van de 20ste eeuw  opgekocht door diverse overheden (gemeente De Panne, IWVA en Vlaamse Gemeenschap). Nu is deze “groene gordel” gesloten en zijn er slechts 3 wegen die toegang verlenen naar de bewoonde kom.
Vandaar dat deze “Groene Gordel” niet meer kan ingewonnen worden voor nieuwe stadsuitbreiding (op uitzondering van het Zilt (was bouwzone) en camping Zeepark (was recreatiezone, dus week-end huisjes mogelijk). In de Westhoekverkaveling staat een bouwstop op het grootste deel van de tussenliggende duinen ingevolge het “Duinendecreet” van 1993.
Hoe komt het dat we tot deze unieke situatie gegroeid zijn? Aan welke personen hebben we dit te danken? (Edmond Rahir, Pieter Bortier, Maurice Calmeyn, Raf Versteele, ect komen aan bod)
Wat voor de toekomst?

Deze natuur is de grootste troef voor De Panne. Ze is de basis voor ons huidig en toekomstig toerisme en van onze rijkdom.

DE ENCLAVE “KERCKEPANNE” – Geschiedenis

Een mooie insteek om aan de geschiedenis van deze evolutie te beginnen is de Ferrariskaart. Deze kaart, uit de periode 1771-1777, is de eerste militaire stafkaart van de streek gemaakt in opdracht van de Oostenrijkse Nederlanden. Nergens zijn woningen in de duinen van De Panne opgetekend. De linkerzone van 910 ha met vermelding “A S M” (= A Sa Majesté; Ab. des Dunes = Abdij Ten Duinen) was dus voor 100 % “Groene Gordel” (in een andere reeks artikels in DE BLIEDEMAKER zal de voorgeschiedenis geschetst worden vanaf de IJzertijd met de diverse bewoningen en de diverse eigendomsgrenzen)

ferrariskaart
Stukje van de Ferrariskaart. (ASM = à sa Majesté = de keizer van Oostenrijk)
IMG_0988

De duinen hebben van de middeleeuwen tot dan een desolaat landschap geweest alleen maar goed om te jagen. Beperkte beweiding en quasi geen bewoning. Zeker nog geen sprake van “duneboertjes” die hun visvangst met een bescheiden perceeltje in de duinen combineerden. Het toezicht op het naleven van de vorstelijke rechten gebeurde door “duinherders” (beboeting van wie zonder vergunning vee liet loslopen, bescherming duinvegetatie i.v.m. kustverdediging, strijd tegen de stroperij..). Regelmatig misbruikten deze duinherders hun recht en deden afpersingen (vb van handelaars die van Calais naar Sluis trokken en de schamele duinwegen niet volgden).
In de 2de helft van de 18de eeuw is de bevolking in heel Europa sterk aan het stijgen, zodat voedseltekort ontstaat. Dan kwamen verspreid kleine  huisjes in leem en hout met een rieten dak van minder gegoede inwijkelingen. Men probeerde deze niet vergunde armenhutjes, gebouwd op publiek domein, te verwijderen. Men wilde vooral vermijden dat deze allochtonen beroep zouden moeten doen op de “armenzorg”. De eerste officieële toelating om een huis te bouwen in de duinen werd door een Veurnse magistraat geleverd aan een Adinkerkenaar in 1774. Daarmee werden de duinen stilaan voor bewoning vrijgegeven.

Kaiser_Joseph_II_in_Uniform_mit_Ordensschmuck_c1780_2
Keizer Joseph II

 In 1781 bezochte de Oostenrijkse keizer Joseph II Veurne op doorreis naar Duinkerke. Een jaar later stuurde hij een brief naar alle besturen van de steden uit de kuststreek waarbij hij vroeg te overwegen welke gunsten men aan “Marins étangers” zou kunnen toekennen in de hoop dat zij zich hier zouden vestigen. Dat heeft te maken met de Amerikaanse Vrijheidsoorlog (1774-1783). Dan werden de handelsschepen die onder de neutrale Oostenrijkse vlag vaarden niet aangevallen werden door de Engelse kapers ingevolge het toetreden van Jozef II tot het “Verbond van Gewapende Neutraliteit”. Vandaar dat handelaars uit Frankrijk en veel andere landen zich lieten bevrachten in Nieuwpoort of Oostende en zich hier inschreven om in het bezit te komen van Oostenrijkse zeebrieven (451 in 1782). Het land vaarde er wel mee zodat de kiezer wou dat de Franse zeelui die hiervoor hier kwamen werken hier blijvend gehouden werden. Het stadsbestuur van Veurne reageerde direct op de brief (24-12-1782) en stelde voor een stuk duinengrond van de keizer hiervoor ter beschikking te stellen, met vrijstelling van belasting. Een tweede reactie kwam van 6 Veurnse notabelen om een octrooi aan te vragen om een vissersnederzetting (une pêcherie) in deze duinpanne te kunnen stichten ter hoogte van de parochie Adynkercke. De vergunning voor 26 “mesures” (1), vrij van belasting op het malen van graan, op het leveren van steenkool, op jenever en op het slachten van vee voor 30 jaar, werd toegestaan op 23 juni 1783 en men noemde de enclave “Kerckepanne” (in de beginne ook soms uit dankbaarheid “Joseph(s)dorp” genoemd). Enkele vissers uit Ghyvelde kwamen zich hier vestigen in  8 vermoedelijk houten huisjes, de “Pannereke”, gebouwd ten noorden van de Veurnestraat t’s de huidige Kasteelstraat en de Zeelaan. Deze huisjes + 6 schuiten uit Duinkerke en 1 uit Blankenberge werden betaald door de 6 Veurnse vennoten. Zeer snel werden er door de Veurenaars , aangrenzend nog 12 nu stenen huisjes bijgebouwd met strodak, een tuin voor stal en oven. Toen in 1783 Amerika vrede sloot zijn die buitenlandse zeelieden weer naar hun streek getrokken en heeft De Societeyt vissers moeten zoeken in Blankenberge. Maar dat had blijkbaar weinig geholpen. Twee jaar later in 1785 vaardigde Jozef II een ordonnantie uit om een hogere minimum maasgrootte van de visnetten op te leggen ter bescherming voor overbevissing. Dit was de doodsteek voor Kerckepanne ten voordele van de vissersboten in de havens die verdere zeegronden konden bevissen. Een andere handicap was dat de wegenis naar het binnenland zeer lastig was. De weg naar Veurne liep moeizaam door de duinen (nog geen Calmeynbos) naar Adinkerke. Ter hoogte van de Langeleedstraat werd het kanaal overgestoken en dan via een moerassige weg langs het kanaal naar Veurne. (rode tracé hieronder). Alleen Duinkerke en Nieuwpoort was vlot bereikbaar via het strand.

IMG_0990

IMG_0988C

Ingevolge vroegere lobbying door de Societeyt werd 5 jaar na de stichting van de enclave nl in 1788 een volledig nieuw weg, de Pannekalsijde, naar Veurne naar de Kerckepanne aangelegd op kosten van de kasselrij, dit als verlenging van de nieuwe steenweg Ieper-Veurne. (zie groene tracé hierboven). Helaas dit was te laat om nog  een redding te bieden voor de heropleving van de visserij. De 18 kleine huisjes + de herberg “In Joseph-Dorp” + de herbergierswoning + 6 grote huizen  van de vissersenclave worden  snel ontvolkt temeer daar ze noch bij Adinkerke noch bij Veurne behoorden. Daardoor konden de behoeftige vissersgezinnen nergens aankloppen om armensteun te krijgen.
De Societeyt ontbindt zich in 1789 na verschillende gronden in “eeuwigen cheyns” verkocht te hebben.
Ook in 1789 heeft de bisschop van Ieper het gehucht met de parochie Adinkerke verenigd (er was nog geen kapel in de Kerckepanne en er moest toch voor het geestelijk aspect gezorgd worden!).
Met het Franse bewind in 1794 (5 jaar na de Franse Revolutie) wordt de Franse Republiek  eigenaar van dit duinengebied . (Département de la Lys)
Uiteindelijk op 15 januari 1799 : (26 jaar NA de stichting) gaat het gehucht administratief over naar Adinkerke. 

Meer uitleg>>>
Geschiedenis Kerckepanne Lees>>>

We laten even een vreemdeling aan het woord, welke in het jaar 1787 een opstel wijdde aan de alhier levende vissersbevolking; deze melodramatische aantekening vindt men gesteld onder de titel: «Hollandse patriotten op doorreis naar Frankrijk». Daarin kan men vernemen:

«…De reis van Brussel naar Duinkerken is omtrent tien uren. Een goede straatweg loopt tot het dorp Adinkerke, door de bewoners ook wel Kerckepanne geheten.
Dit is meest het verblijf van vissers, die er verre zijn van een weelderig en overdadig leven te leiden. Van hier geleidt de straatweg door de duinen heen tot op het strand, waar langs men de koers naar Duinkerken richt. Onderweg heeft men achter de duinen nog enige vissersgehuchten en dorpen die in barheid en somberheid, taferelen van gebrek en ellende opleveren. Ik had trek genoeg om enige dezer eenzaamheden te bezoeken, doch elke trede sloot mij het hart toe. Wanneer het mijn lot ware hier tussen deze verlaten en dorre zandhopen te wonen, zou ik alle dagen vurig om de dood bidden. De inwoners echter zien er vrolijk, gezond en vergenoegd uit. Ook op dit strand ziet men verscheiden wrakken van gestrande schepen. Een grijze visser die zich nog op het strand bevond, verhaalde mij, dat voor een goede dertig jaar alhier een schip was gestrand, waarop zich een jonkman bevond, die verloofd was aan een jonge dochter in een dorp niet ver van hier. Bij het noodweer vervoegde zich de minnares aan het strand, zij zag het schip aankomen, worstelen en verbrijzelen; zij spoedde zich naar de aanspoelende ongelukkigen. De laatste die aandreef was haar minnaar. Een schielijke schrik beving haar, zodat ze dood neerviel op het lijk…».
De gemeente telde rond dit tijdstip 454 inwoners. De roman «Bella Stock» welke Hendrik Conscience alhier schreef, is gewijd aan de periode van de Franse Revolutie, in hoever «dichtung und warheit» van elkander te scheiden zijn, valt moeilijk uit te maken; het thema behelst de liefde van een Pannes vissersmeisje voor een gevluchte Franse edelman. Dit boek beschrijft zeer uitgebreid hoe armtierig het leven was bij de vissers. Het volledig boek is te lezen op GOOGLE BOOKS >>>>

Grondige wetenschappelijke beschrijving van bovenstaande geschiedenis in het boek “In het zand geschreven” van Hans Berquin Lees meer>>>

(1): “mesures” = “gemeten”:
in ieder kasselrij was deze eenheid van opervlakte verschillend gedefinieerd. Voor de kasselrij Veurne-Ambacht heeft een gemet een oppervlakte van 4544,3 m². Dus op het grondplan van het ontgonnen gedeelte van “Kerckepanne” groot 26 gemeten, opgemaakt door P. Becqué schepen van Veurne is de oppervlakte 26 x 4544,3 = 11,81 ha (zie volgende DE BLIEDEMAKER ). Na de ontbinding van e Sociéteit heeft Pieter Becqué de grond terug laten opmeten die toen in gebruik was. Hij stelt vast dat er 31 gemeten ten noorden van de weg en 9 gemeten ten zuiden van de weg bewoond of bebouwd zijn. Dus de oppervlakte is vergroot naar 40 gemeten of 18,17 ha.

Traduction en Français>>>

__________________Inhoudstafel___________Verder>>>

Over DE BLIEDEMAKER

"Teruggespoelde" echte Pannenoar sinds 1993. Vroeger burgerlijk ingenieur bij ELECTRABEL, nu zelfstandig natuurgids. Het e-mail krantje DE BLIEDEMAKER is gestart in september 2005
Dit bericht werd geplaatst in Natuur. Bookmark de permalink .

2 reacties op De Groene Gordel van De Panne_1 NL

  1. noelhoste zegt:

    Je begint steeds meer op een historicus te lijken, José… Mooi geschreven, interessante kaartjes.

  2. Camiel Vanhoucke zegt:

    En dat door iemand, die van opleiding ingenieur is. “Straffe kost” is dat!…

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.